ER IS NOG MAAR HEEL WEINIG BEKEND OVER DE BEWONING TIJDENS DE IJZERTIJD (800-51 VOOR ONZE JAARTELLING).
De meeste gevonden overblijfselen komen uit het tweede deel van deze periode, dat ongeveer 500 jaar geleden begon : de La Tène-cultuur. Versterkingen zoals van TiChâteau in Hotton torenen dan uit boven de valleien. Honderden stenen grafheuveltjes (marchets genoemd) zouden uit deze periode dateren. Sommige dekken grafkamers af, andere dienden voor activiteiten van de levenden. De site van de « Trou de l'Ambre » (grot genoemd naar de amberjuwelen die er gevonden werden) in Éprave heeft aparte kenmerken en staat daarom zowat symbool voor de Belgische archeologie. Op het einde van de La Tène-periode werden er namelijk de stoffelijke overschotten van minstens vijfenvijftig mensen (volwassenen en kinderen) neergelegd, samen met geraamtes van dieren. Het beenderonderzoek toonde aan dat bepaalde lijken bijzondere behandelingen ondergingen. Zo werden lange botten opzettelijk gebroken en werden hoofden verwijderd. In samenhang met andere aanwijzingen zou dit erop wijzen dat hier erediensten plaatsvonden.
FIG 1 Heuvel van Ti-Château in Hotton, uitkijkend boven de Ourthevallei (C. Frébutte © AWaP).
FIG 2 Spleet aan de ingang van de « Trou de l'Ambre » in Éprave (C. Frébutte © AWaP).
FIG 3 Garnituurelement uit de La Tène-periode (decoratie), gevonden in de bedding van de Lesse in het Hol van Han (G. Deflandre © Domein van de Grotten van Han).